Judo geschiedenis

Judo geschiedenis
100%
min
188%

Judo geschiedenis

Oorspronkelijk is Judo een Japanse zelfverdedigingskunst die rond 1882 door Jigoro Kano (1860-1932) is ontworpen. Letterlijk betekent Judo 'de zachte weg'. -Ju- betekent meegevend of zacht en -do- betekent pad of weg. De geschiedenis van judo is daarom ook heel interessant.

Geschiedenis van judo: twee begrippen

Jigoro Kano had tijdens het bedenken van de sport ook een training van de geest in gedachten. Zijn filosofie geschiedenis van judo wordt door twee begrippen gekenmerkt.

o 'Seiryoku Zenyo' (minimale inzet + maximale effectiviteit): Alles wat een persoon doet, moet met optimale inzet van lichamelijke en geestelijke energie gebeuren. Men leert in het judo de kracht van de opponent te gebruiken om deze ten val te brengen. Dit is in het leven het principe van het juiste ding doen op het juiste moment.

O 'Jita Kyoei' (wederzijds welbevinden en profijt): Spelers dienen respect voor zichzelf en anderen te hebben. Tijdens het beoefenen van judo leren spelers samen te werken om zo alle vaardigheden eigen te maken. Als men geen tegenstander heeft, kan men de sport ook niet leren. Men werpt en wordt geworpen. Ook in andere gebieden van het leven is deze opvatting van samenwerkend leren geldig.

Een morele code

Jigoro Kano heeft ook een morele code voor judo bedacht met deugden waar elke judoka zich aan moet houden, deze zijn een belangrijk onderdeel van de geschiedenis van judo:

- beleefdheid
respect naar anderen
- oprechtheid eerlijk zijn in daad en woord
- zelfbeheersing leren om kalm te blijven als men boos wordt
- moed leren om het te doen ondanks dat het soms tegenzit
- bescheidenheid spreken over jezelf zonder trots
- eer trouw zijn aan de eigen mening en het gegeven woord
- vriendschap het meest pure gevoel van de mens
- respect laat anderen in hun waarde